zaterdag 13 februari 2016

Brief van mijn kind

Lieve mama,
je ziet er moe uit. En dat is mijn schuld.
Maar bekijk het ook eens van mijn kant.

Negen maanden lang zat ik dicht bij jou. In de warmte van jouw buik. En plots moest ik die verlaten. Ik kwam in een nieuwe wereld. Er is veel kleur, veel licht en vooral veel lawaai. Ik kende jouw stem, en een beetje die van papa. Alle andere geluiden waren nieuw voor mij.
Ik kreeg niet meer fulltime eten en werd niet steeds meer gewiegd, ik moest er zelf om vragen.
En dat ging prima. Want ik was nog erg klein.
Ondertussen ben ik vijf maanden. Dat is nog steeds erg klein.

'Nu zou hij stilletjes aan toch wat minder vaak mogen eten', zeggen ze, 'drie uur tussen laten is toch het minimum'.  En ondertussen nemen ze een slokje water.
Ik heb niet altijd honger, nee. Ik heb soms ook dorst. Soms ben ik verdrietig, soms heb ik gewoon nood aan dat vertrouwde slokje.

'Nu zou hij stilletjes aan toch mogen doorslapen', zeggen ze, 'toch zeker 6 uur aan één stuk'. En ondertussen schikken ze hun kussen opnieuw, trekken ze hun pyjama weer recht en snuiten ze hun neus.
Ik heb niet altijd honger, nee. Soms kriebelen mijn tenen. Soms hoor ik enge geluiden, soms had ik een nare droom. Soms heb ik gewoon nood aan dat vertrouwde slokje.

'Nu zou hij stilletjes aan toch wat langer alleen mogen spelen', zeggen ze, 'je moet hem niet steeds pakken'. En ondertussen staan ze recht en beginnen ze met iets nieuws.
Ik heb niet altijd honger, nee. Soms wil ik zo graag, maar kan ik nog niet. 

Weet je, ik word verondersteld plots groot te zijn, maar die weg is nog lang.
Tot dan ben jij mijn benen, mama. Je bent mijn stem, je bent mijn troost. Je verwoordt en verwarmt. Je bent zoveel meer dan mijn eten.

Denk daar eens aan, mama, als ik 's nachts voor de elfendertigste keer een slokje wil.
En laat ze maar zeggen. 








Geen opmerkingen:

Een reactie posten