donderdag 14 april 2016

Als het hiernamaals internet had

Mama,

als er iets bestaat als het hiernamaals, dan hoop ik dat er internet is.
Dan hoop ik dat je aan volle snelheid kan surfen en in hoge resolutie kan zien.

Dan zou je op Facebook door onze foto’s kunnen scrollen. Mijmerend over wat wàs, trots op wat ìs. En waarschijnlijk ook benieuwd naar wat komt.
Je zou opmerken dat ik een blog ben gestart. Op zoek naar een nieuw publiek dat jouw luisterend oor en bewonderende blik kan vervangen.

‘Mira’tje’, zou je zeggen.
‘Rubeke is veranderd!’
en ‘Wat is Norah groot geworden!’
en ‘Bores is niet meer dat kleine bolleke van toen.’

Je zou kunnen volgen hoe het met de sjakossen gaat. Hoe wij ons ontpopten tot ‘zakenmama’s’, op het gevoel. Ik kan je geruststellen mama: samen zaken doen, is het beste wat wij als zussen kunnen doen. We staan meer dan ooit met z’n drieën op de lijn die je trok.

Moest je het kunnen lezen, mama, zou ik nog veel meer vertellen.
Over Lucie, over Lize’s nieuwe film, over dingen waar jij weet van had, maar niet met ons hebt mee beleefd.
En ik zou je vertellen.
Over dingen die een deel zijn van òns leven, en niet dat van jou.
Over dingen die we nooit hebben kunnen delen. Ik zou je enthousiast vertellen over onze verbouwplannen. Plannen voor het huis dat nog steeds vol hangt met briefjes waarop jouw handschrift prijkt. Briefjes om de To Do's op te lijsten. Ik heb er zoveel zin in, het verbouwbloed heb ik duidelijk van jou geërfd.

Zondag wandelden wij in het donker op onze oprit. Norah stopte. Ze had traantjes, en een trillende lip.
‘Wat is er, Norahtje?’ vroeg ik.
‘Ik moet plots heel erg hard aan oma denken,’ zei ze stil.
Ze keek naar de lucht.
‘Waarom zijn er geen sterren vandaag, mama?’

'Kom ne keer ier meiske,'
zou je zeggen. En je zou Norahs verdriet wegknuffelen.

Als het hiernamaals internet had, zou ik nog veel meer schrijven.
‘Ge moet dat niet allemaal op internet zetten’, zou je zeggen.
En ik zou niet luisteren.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten