Het was niet de eerste keer dat ik een berichtje kreeg over mijn perfecte leven. En hoewel mijn ego zich gevleid nestelde, voelde ik voor het eerst de noodzaak te gaan ontkrachten.
Niet omdat ik de vuile was wilde uithangen, en nog minder omdat ik niet oprecht vind dat ik - écht - een perfect leventje heb. Maar omdat ik duidelijk wilde maken dat enkele mooie foto’s en leuke verhaaltjes slechts kadertjes zijn rond leuke momenten.
Ons gras is niet groener, zeg maar. En dat mag je letterlijk nemen.
Ik schrijf over de kleine dingen waar ik van geniet, net omdat ik geleerd heb hoe belangrijk die zijn. Dat inzicht heb ik misschien wel te danken aan al die dingen waar ik net nìet over schrijf. Over het leven tussen de lijntjes, dat ook hier soms venijnig uit de hoek durft komen.
Terwijl ik nadacht zag ik de weerspiegeling van mijn gezicht in het venster. Mijn hoofd was gezwollen en rood.
Ik lag muisstil in de stijve witte lakens. Alles rond mij had een gek kleur en verscheen dubbel op mijn netvlies.
Ik reflecteerde over hoe ik jarenlang heb gedacht dat die extreme vermoeidheid aan de kinderen lag. En ik wenste dat de hoofdpijn zou verdwijnen, dat mijn lichaam weer zou meewerken.
Tevergeefs probeerde ik me te herinneren hoe de dag voordien was verlopen.
Ik hoopte dat ik er bij kon zijn, op het verjaardagsfeestje van onze kinderen. We hadden 16 vriendjes uitgenodigd.
“MS,” zei de lieve neuroloog van wacht, “Multiple Sclerose. Daar moeten we toch rekening mee gaan houden.”
Ik zei niets.
Misschien had ik wel moeten huilen, maar ik had geen tranen.
Ik knikte gewoon. Een vreemd gevoel van opluchting vulde me. Het wekenlange idee in een vreemd lijf te zitten, met een inhoud die ik niet ken, het verliezen van de controle, het had een réden.
Het duurde even voor ik enigszins terug in de plooi was, de diagnose werd concreet gemaakt, het verjaardagsfeestje heb ik gemist.
Maar samen met het passeren van de tijd, verminderden ook de grootste klachten. En hoewel mijn voeten in een winterslaap gaan en mijn arm net van de tandarts lijkt te komen, herken ik mijn lichaam (en dan vooral mijn helder denken) terug.
Mijn fysieke en mentale grenzen tegenkomen op een onverwacht moment, dat is wat me de afgelopen maanden overkwam.
Het strookt niet met mijn ambitie, maar noodgedwongen moet ik leren luisteren naar mijn lichaam.
Dat is misschien nog wel het meest uitdagende aan dit verhaal.
Ik probeer de nieuwe bewoner in mijn lijf een plaats te geven, zonder het zijn plaats te gùnnen. Hier ga ik heel hard tegen vechten.
Afgelopen week dronken we een cocktail op de laatste dag zonder medicijnen, vanaf nu vertrouw ik me volledig toe aan de kennis van een specialist. Die zal geweldig zorg voor me dragen, daar ben ik zeker van.
De laatste alinea van deze tekst wilde ik graag afsluiten in schoonheid. Iets luchtigs, om het geheel niet te zwaar te maken. Een woordspeling, een grapje. Iets om duidelijk te maken dat ik niet in zak en as zit, dat ik genoeg relativeringsvermogen heb om dit te plaatsen.
Mag ik het op de MS steken, dat ik niets kan bedenken?